Column Monte Visser: ‘Een koekje van eigen deeg.’

Naast me in de auto vuurt mijn kleinzoon mij aan om nog sneller over de verkeersdrempels te rijden. Het hotsen en botsen werkt gigantisch op zijn lachspieren. Wellicht ontstaat er een vreemde chemie, zoals zovelen weten. Want ik neem de drempels uiteraard iets harder dan normaal. Op het gevaar af dat het bij zo’n zesjarig jochie nooit voldoende is natuurlijk. Wanneer er een verhoogd verdrijvingsvlak aan komt, wil hij mij eroverheen dirigeren. Wanneer ik pover uitleg dat er tegenliggers aan komen en het dus niet kan zonder botsen, kijkt hij verbaasd op. ‘Jij bent toch de sterkste van de wereld? Rammen dus. Wij winnen wel.’ Koekje van eigen deeg, want dat ik heel sterk ben heb ik hem zelf wijsgemaakt.

Bij een leverancier waar ik vaker kom moeten we even wachten, en traditiegetrouw pak ik een beker koffie en geef hem een suikerklontje. Bij mijn tweede bekertje geef ik hem opnieuw een klontje. ‘Slecht voor je tanden, dus dat is de laatste,’ deel ik hem quasiopvoedkundig maar eigenlijk ontzettend laf mee. Erg laf, want als de leverancier uit zijn magazijn terugkomt vraagt die of we nog even kunnen wachten. Ik ga akkoord, waarop die vent naar mijn kleinzoon kijkt en zegt dat die wel een suikerklontje mag pakken. Die kijkt op zijn beurt mij weer snel aan en dan weer naar de leverancier. ‘Mag dat?’ ‘Je mag er wel tien,’ zegt die sukkel en hij verdwijnt weer. Sta ik even lekker, hè, met dat jochie met handenvol suiker? ‘Mocht van die meneer!’ Die ogen in dat snoetje breken al mijn argumenten tot de grond toe af. ‘Niks tegen oma zeggen,’ stamel ik.

Wanneer ik bij de volgende om korting vraag krijg ik in plaats van korting een paar producten extra. Zes voor de prijs van vier, zal ik maar zeggen. In de auto vraagt dat wurm wat korting is. Hij geeft nog niet echt om geld en dat hou ik voorlopig nog even liever zo, dus leg ik dat even anders uit. ‘Dat moet je eigenlijk altijd vragen. Dat betekent dat je meer wil en opa krijgt dat altijd,’ antwoord ik veel te stoer. Maar al mijn aandacht vestig ik op het overdreven snel nemen van verkeersdrempel 324 die dag. Gierend van het lachen husselt hij van links naar rechts. ‘Goed gedaan, opa!’ Ik dacht werkelijk dat hij die drempel bedoelde.

Eenmaal thuis maakt oma koffie voor ons en limonade voor die patjakker. Ja, patjakker, want als hij twee koekjes krijgt vraagt hij korting. AAN OMA! Totaal in haar moederlijke omarol kijkt ze hem aan. ‘Wat bedoel je, lieverd?’ ‘Van opa geleerd.’ Oma kijkt verbaasd, wetend als geen ander dat ik regelmatig de vraagprijs negeer en handjeklap speel. Maar hier? In deze setting? ‘Korting betekent dat je meer wil en altijd krijgt. Dus ik wil vier koekjes. Ik kreeg ook al tien suikerklontjes.’ Hij graait nog twee koekjes uit de trommel en gaat vergenoegd op de bank zitten. Die ogen in die snoet van oma spreken boekdelen, maar nu had ik helemaal geen argumenten. ‘Je zou niks zeggen,’ stamel ik.

Korte zeer herkenbare verhalen uit mijn dagelijkse leven voor alle moeders en kinderen om hun vaders en opa’s te verrassen. Kort en bondig opgetekend met een flinke scheut humor.
Gewoon snel bestellen, voor vaders, opa’s, moeders, tante’s, ooms of wie dan ook.
Bestel gemakkelijk hier: https://www.boekenbestellen.nl/boek/spes-bona/9789464811124

Geef een reactie